De innerlijke weg…

 

 

Denken is het begrenzen van het onmetelijke. De beleving van je leven wordt overschaduwd door de limitatie van je gedachten.

Kijk hoe groot de invloed van je denken is op je beleving… Zelfs al heb je positieve gedachten – wat voor de meeste mensen uitzonderlijk is, want de meeste mensen verzamelen makkelijker negatieve gedachten dan positieve gedachten – dan zijn die eigenlijk nog steeds een begrenzing van het onmetelijke, van de schoonheid van het leven zoals het werkelijk is. Voor de meeste mensen is de beleving zonder al die gedachten niet te bedenken, niet voor te stellen. Men zegt dan: dat kan ik niet bedenken. Natuurlijk niet, want je hebt nog nooit iets niet bedacht. Bijna alles wat je waarneemt begin je te bedenken, en dan neem je het niet meer waar. Als je echt aandachtig naar iets kijkt en je begint er over na te denken, op het moment dat je erover na begint te denken, zie je het object niet meer maar de gedachten die je erover maakt, positieve, negatieve, bepaalde verbindingen… Dat zie je dan, dat beleef je dan. Jouw verbinding tot welk object, fenomeen, persoon, hoe dan ook, is jouw gedachte daaromtrent, niet het wezenlijke. Ook niet van jezelf.

Als we dan nog positief zouden denken – verbindend wil dat eigenlijk zeggen – dan heb je er toch nog iets aan, omdat het je ergens toe brengt: inzicht, verbanden zien,… Maar heel veel mensen zijn heel vlug verleid tot negatief denken. Wat ook leidt tot negatieve gevoelens want je ziel, je gevoel wordt er niet happy van als jij negatief begint te denken. Dus dan krijg je respons van je belevingsfactor en wat je beleeft is je gevoel. Het is niet de wereld van de vijf zintuigen die jij als dusdanig beleeft, maar je gevoel op de wereld van de vijf zintuigen en vooral overschaduwd door de mind, het zesde zintuig, het proces van denken en vergelijken. Maar dat beleef je ook niet, daar reageer je op.

Waarom gaat de ziel – blijkbaar incarnatie op incarnatie – zich blijven richten op die gedachten? Want zelfs al gebruik je die vijf zintuigen scherp, in volle aandacht, verdwijnen ook de gedachten en komt de beleving maar volledig door in de aanraking van de materie, van de wereld, de biologische organismes. Dus de vijf zintuigen hebben wel degelijk de mogelijkheid om je gevoelsmatig te verbinden met de materiële wereld, maar op één of andere manier verkies je het om het niet te doen. Waarom? Waarom intermedieert het denken zo vaak, zo groot, tussen je gevoelsbeleving, je zielenbeleving en de fysieke wereld? Waarom moet het denken, wat vergelijken en tijd betekent, een greep krijgen op de fysieke wereld om het dan door te geven aan je gevoelsbeleving, je ziel? En we zien dat elke ziel en daardoor ook elke mens, zelfs andere wezens, in een bepaalde mate daar gebruik van maken en het toch denken te moeten nodig te hebben het te moeten filteren wat je waarneemt. Dat is wat het denken doet: je filtert wat je waarneemt. Waar je interesse in hebt dat komt binnen, waar je geen interesse in hebt, stoot je af en waar je nog minder interesse in hebt, negeer je gewoon. Zoals in de wereld massa ellende wordt genegeerd… omdat jij er geen interesse in hebt, omdat het jouw beleving van de begeerteziel gewoon niet uitkomt: ‘Daar wil ik niet aan denken, daar word ik niet happy van, dus geef mij maar een leuke film, geef mij maar ‘weet ik wat’ als afleiding van realiteiten.’ En dat is wat het denken doet: de ongeoefende denker zoekt continu afleidingen van diepe realiteiten van het leven om zich daar op een heel beperkte manier mee bezig te houden, zich mee te identificeren, het gevoel daarnaar te herleiden.

Neem nu bijvoorbeeld meditatietechnieken die gebaseerd zijn op mantra, niet zozeer gericht op resonantie, maar we hebben ook mantra gericht op sutra, op het woordelijke belang ervan. Wat op zich niet banaal is want al wat jullie denken is ook mantra, maar je hebt er vaak last van. En dan bedenken van bepaalde sleutelwoorden die jou een heel goed gevoel geven of heel veel duiding geven of je op mededogen alert maken, kunnen jullie helpen uit krampen te geraken van agressie, agressie, agressie… Dus verzetsgedachten van, je krijgt je zin niet en je wordt boos op jezelf en de wereld. Dat is agressie in zijn verschillende versluierde vormen. We zouden eens een campagne moeten maken: als je bang bent van een terrorist, stop met jezelf te terroriseren. Stop de terreur in jezelf. Vele mensen terroriseren zichzelf en als je er dan een relatie mee hebt, dan gaan ze jou ook nog terroriseren. (…)

Je bewustzijn denkt continu dat ze de wereld moet filteren en herleiden tot het persoonlijk verlangen. Je wandelt in een bos en je ziet een unieke bloem staan en je plukt ze… dus je hebt ze vermoord, maar dat besef je niet. Ik vind het ook altijd choquerend en typisch menselijk: een prachtig natuurlandschap, een prachtig bos, met prikkeldraad omheen. ‘Mijn bos.’ 

Onze gedachten zijn van tijd ook maar een prikkeldraad om je heen, en het was leuk geweest als je daar overheen zou raken, over de prikkeldraad in je hoofd. Hoe vaak heb je last van je eigen gedachten? Hoe vaak hebben andere mensen last van jouw gedachten als je ze uitspreekt?

Je leeft op een blauwe planeet in het universum omgeven door andere planeten, waar ze meer van toegeven en ontdekken dat het ook wel water heeft. (…) We leven op die blauwe planeet omgeven door een hele ruimte en de meeste mensen hebben het heel moeilijk op die blauwe planeet. De ruimte om je heen is niet genoeg om te beseffen: geef jezelf en een ander eens wat ruimte. En onze ruimtevoorziening qua bebouwing en groenvoorziening… we zullen een inhaalmanoeuvre moeten doen met het aanplanten van bomen e.d. om ons ecosysteem zo snel mogelijk een nieuwe evenwicht te geven. Want ja, je kan alles wel blijven vol beton gieten en omhakken en verwoesten, zonder effect…

Indianen worden nog altijd gevangen gezet, gedood omdat ze zich verzetten tegen het verwoesten van het amazonewoud. Het kapitalisme vreet de aarde en de zee en de natuur en de dieren op want het brengt op. (…)

Je moet beseffen dat kleine dingen leiden tot grote dingen en dat het negeren van realiteiten destructie betekent voor de wereld, ook voor jezelf. Dat wil zeggen dat we onze mentale schil die filtert wat er bij jou wel of niet binnenkomt, moeten ontwikkelen. Ze is er, we moeten meer beseffen waarom ze er is, en aan die beelden durven voorbij zien. En dat stuk dat we dan toch nog hebben, opvoeden tot een goed geoliede machine zodat het denken voor jou echt werkt. Een slecht getuned instrument of een computer met een slecht programma, daar kom je nergens mee. Met een hoofd dat niet goed werkt, dat niet goed redeneert, dat niet verbindt maar verslindt, daar kom je niet ver mee. En dan kan je denken dat je slecht karma hebt, ja, letterlijk, want jij doet het. Jij vernietigt jezelf en de wereld om je heen. Mensen uit verschillende culturen komen naar hier omdat hun eigen land is verwoest om het hier dan in protest te komen verwoesten. (…) Dat zijn conditioneringsgedragingen. Maar we moeten ook bij onszelf zien naar onze conditioneringsgedragingen. En ben je bereid je te deconditioneren, je vrij te maken van die verzets- en die controlegedachten… van waarom jij de begrensde versie van het leven verkiest in plaats van de totale vrijheid die er werkelijk is. En daar bedoel ik de natuurlijke vrijheid mee, niet gewoon jouw idee van vrijheid, maar de natuurlijke vrijheid van, zie hoe de dingen lopen. Het concept vrijheid vanuit het egoïsme heeft een heel andere betekenis dan de natuurlijke vrijheid van hoe de dingen met elkaar in verband staan.

 

 

Uit de meditatieles van 25 augustus 2018 Jana Willems

Lessen in meditatie en bewustwording